Verhoeven

Deze pagina is gewijd aan het werk van de Nederlandse filosoof en essayist
Cornelis Verhoeven (1928-2001). Verhoeven is bekend geworden door een groot aantal boeken en essaybundels waarin ‘verwondering’ centraal staat. Als zijn hoofdwerk wordt beschouwd Inleiding tot de verwondering uit 1967. Daarnaast schreef hij onder andere Het grote gebeuren (1966), Bijna niets (1970), De resten van het vaderschap (1975), Tractaat over het spieken (1980) en, over Plato, Mensen in een grot (1983) en De ogen van Plato (2000). Over zijn grote verzameling woorden en uitdrukkingen schreef hij Het besef (1991), Een register (1995), Dierbare woorden (2002) en, postuum, Alledaagse mijmeringen (2021) en Kleine denkoefeningen (2022). Zijn jeugdherinneringen legde hij vast in De glans van oud ijzer (1996).

Binnenkort groot nieuws op deze pagina!

Binnenkort doe ik hier mededeling over een op handen zijnde publicatie. Hou deze pagina dus in de gaten!

VERSCHENEN: Rondom Cornelis Verhoeven

Rondom Cornelis Verhoeven. Ruimte voor vertraging in filosofie en onderwijspraktijk verscheen op 16 juni 2022 bij Uitgeverij Garant, Antwerpen/Apeldoorn.
ISBN 978-90-441-3874-0. Omvang: 176 pagina’s, prijs 19,00 €.
Bestel jouw exemplaar bij voorkeur bij lokale boekwinkels. Veel daarvan versturen, ook als ze bij een keten horen, dit boek gratis, bijvoorbeeld Libris.:https://libris.nl/boek?authortitle=joop-berding/rondom-cornelis-verhoeven–9789044138740

Inhoudsopgave Rondom Cornelis Verhoeven

1 Wie was Cornelis Verhoeven?
1.1 Leven
1.2 Werken
1.3 Thema’s
2 Onderwijs als geschenk
3 Onderwijs als verwondering
4 Onderwijs als geduldpraktijk
5 Onderwijs als ‘diepe’ praktijk
Nawoord: vertraging in filosofie en onderwijspraktijk

De flaptekst

De Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven (1928-2001) hield zich intensief bezig met de klassieke filosofie. Hij was ook jarenlang leraar op een school voor voortgezet onderwijs en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Bovendien was hij een begenadigd schrijver van prikkelende essays. Daaronder zijn er vele die gaan over het onderwijs. De waardigheid van het vak van leraar ging hem zeer ter harte.
De centrale thema’s in zijn werk zijn verwondering en dankbaarheid, ontvankelijkheid en geduld, rust en stilte. Deze bieden een tegenwicht tegen oprukkende verschijnselen als het activisme, de rusteloosheid en de nadruk op snelle resultaten in het onderwijs. Cornelis Verhoeven neemt afstand van de maakbaarheidsideologie en pleit voor het niet-planbare en niet-berekenbare dat de kern van onderwijs uitmaakt: een leraar en leerlingen die zich samen buigen over de zaken uit de wereld.
Joop Berding presenteert in dit boek de onderwijsfilosofie van Cornelis Verhoeven. Bovendien gaat hij in gesprekken met onderwijsmensen na wat deze visie voor het onderwijs en de leraren van vandaag te betekenen heeft.
Een verrassend actuele en stimulerende bijdrage aan het doorgaande gesprek over wat onderwijs is en kan zijn.

Op het achterflap

Op het achterflap staat behalve bovenstaande tekst ook een reproductie van één pagina uit het manuscript van Tractaat over het spieken, dat in 1980 werd gepubliceerd. Het fragment zelf dateert al uit april 1974. Het bevindt zich, net als vrijwel alle manuscripten van Verhoeven (en nog véél meer) in het Literatuurmuseum in Den Haag. Onderstaand dit fragment plus door mij getypte versie.

Rondom Rondom Cornelis Verhoeven

Rondom het boek ontplooi ik verschillende activiteiten.

*Op zaterdag 12 februari 2022 verscheen in Trouw een opiniestuk van mijn hand onder de titel: ‘Spieken een probleem? Vraag je eens af waarom leerlingen dat doen‘. Je kunt de link hier openen en het stuk lezen: https://www.trouw.nl/opinie/spieken-een-probleem-vraag-je-eens-af-waarom-leerlingen-dat-doen~b7642c7b/ (Dit bericht is inmiddels meer dan 5000 x bekeken… en enkele malen opnieuw gedeeld. Zowel op het ‘origineel’ als op de gedeelde posts kwamen veel positieve reacties.)

*Bovengenoemd stukje (600 woorden) breidde ik uit tot een essay van ruim 1500, onder de titel ‘Een pleidooi voor ontspanning. Onderwijs geven is geen productie draaien’. Het verscheen eind mei 2022 in het Vlaams-Nederlandse onderwijsblad OnderWijsTijd, jaargang 2, nr 2, april-juni 2022, p. 23-26. Je kunt de pdf daarvan hier lezen:

*Op 25 maart 2022 nam Tjip de Jong een audio-videocast met mij op, de Tjipcast, waarin alvast een prominente rol voor het denken van Verhoeven is weggelegd. Op 10 april 2022 online gezet en hier te bekijken/beluisteren: https://tjipcast.nl/filosofie/is-het-tijd-voor-meer-vertraging-in-filosofie-en-onderwijspraktijk-tjipcast-173-met-joop-berding/

*Geert Bors, hoofdredacteur van het blad Mensenkinderen, van de Nederlandse Jenaplan Vereniging, interviewde mij voor het julinummer over Verhoeven. Enkele raakvlakken met Peter Petersen, de bedenker van het jenaplan-concept, komen hierin mooi naar voren. Lees hier (met toestemming van Geert Bors) het hele interview uit Mensenkinderen, nr 176, juli 2022, p. 23-28:

*Op 8 augustus 2022 verscheen in Trouw een interview van Lodewijk Dros met mij over het werk en de actualiteit van Cornelis Verhoeven. De digitale versie is hier online te lezen (lezen vereist een account en/of een abonnement): https://www.trouw.nl/religie-filosofie/leren-van-cornelis-verhoeven-we-hebben-stilte-en-vertraging-nodig-in-het-onderwijs~bc125e61/ Het interview is hier ook als pdf te lezen:

*Op 30 november 2022 nam Tjip de Jong – van de onvolprezen http://www.tjipcast.nl – opnieuw een pod/videocast met mij op, met als extra gast Jenaplan-schooldirecteur Floris van der Klein. We bespraken gedrieën het gedachtegoed van Cornelis Verhoeven: zijn filosofie, zijn visie op onderwijs en de actualiteit daarvan. De pod/videocast kwam op 2 januari 2023 online, op de bekende kanalen (YouTube, Spotify e.d.). Hier is het linkje: https://tjipcast.nl/onderwijs/wat-kunnen-we-vandaag-de-dag-leren-van-cornelis-verhoeven/

Floris (rechts) en Joop in gesprek met Tjip (buiten beeld) – nogal serieus zo te zien…
(valt in het echt mee, hoor …)

Hier is de vrolijke versie:

*Op 23 december 2022 verscheen een (tamelijk) groot interview met mij over onder andere Verhoeven, in Filosofie Magazine, januari 2023, p. 40-43. Titel: “Maak tijd voor verstilling in de klas.” Op 17-1-2023 maakte FM er even het hoofdbericht van op de website.

Interviewer Marc van Dijk bevroeg mij in een twee uur durend gesprek over mijn visie op opvoeding en onderwijs, de relatie tussen filosofie en pedagogiek en door wie en hoe ik daarin word “gevoed”. Met toestemming van de redactie, waarvoor dank, kun je hier de pdf lezen:

*Dr. Robert van Putten, lector Bezieling en professionaliteit aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) begon in januari 2023 een leesclub voor docenten en startte met Rondom Cornelis Verhoeven! De groep van 12 formuleerde een aantal mooie, indringende en prikkelende vragen. Op 24 januari 2023 was ik te gast op de CHE om met de lezers in gesprek te gaan. Het werd een bijzonder fijn, open en betekenisvol gesprek. De vragen stimuleren mij om verder door te denken.

*Op zaterdagochtend 28 januari 2023, 10.30 uur, gaf ik in de Remonstrantse Kerk in Den Haag een lezing over de verwonder(en)de filosofie van Verhoeven. Lees meer op https://denhaag.remonstranten.nl/agenda/lezing-door-joop-berding-2/. Zie ook deze eerdere aankondiging, onder de noemer ‘Vergeten filosoof’ in Kerk in Den Haag, oktober 2022:

*Het Nederlands Dagblad plaatste op 14 februari 2023, p. 14-15 een opiniestuk van mij over het gebruik van ChatGPT, waarin ik refereer aan Verhoeven en diens Tractaat over het spieken. De redactie gaf de volgende titel aan mijn bijdrage: ‘Het onderwijs dreigt in de greep te raken van zielloze productie terwijl alles draait om menselijkheid.’ Je kunt het hier lezen (na inloggen of je abonneren op de ND-nieuwsbrief): https://www.nd.nl/opinie/opinie/1162981/het-onderwijs-dreigt-met-chat-gpt-in-de-greep-te-raken-van-ziel# Met toestemming van de redactie kun je hier de pdf lezen:

*Martijn de Graaf interviewde rector/bestuurder Willem de Vos uit Veenendaal en mij voor het VO-magazine, februari-maart 2023, p. 32-35, over het zgn. Masterplan basisvaardigheden van de minister van Onderwijs. Vaardigheden en ook “basisvaardigheden” zijn belangrijk, maar nooit geïsoleerd maar juist ingebed in een existentiële context. Geïsoleerd aanbieden en toetsen leidt tot schijnproductie. De pdf is hier te lezen, met dank aan de redactie:

*Nog ver weg: op maandag 18 september 2023, geef ik ’s avonds in Assen in filosofisch café De Verdieping, Podium Zuydhage, naast het station, een lezing over Verhoeven en diens betekenis voor het (denken over) onderwijs. Meer info en aanmelden op https://www.deverdieping-assen.nl/ruimte-voor-vertraging-in-filosofie-en-onderwijspraktijk/ .

Overige berichten

*In 2022 verscheen een boek over verwondering dat in bepaalde opzichten nauw verwant is aan het mijne, namelijk van Anders Schinkel, Wonder and Education. On the Educational Importance of Contemplative Wonder (Bloomsbury, 2022). Ik ben heel enthousiast over dit boek, waarin ook enkele keren naar de Inleiding tot de verwondering van Verhoeven wordt verwezen. Ik bespreek dit boek voor Pedagogiek (zomer 2023).

Recensies en besprekingen van Rondom Cornelis Verhoeven

Hieronder geef ik in chronologische volgorde recensies en besprekingen van het boek.

*De eerste is van Haitske de Visser, een van de leerkrachten die ik interviewde voor mijn boek; zij schreef een heel mooie beschouwing over ‘verwondering’ op LinkedIn, waarbij ze naar Verhoeven en ons gesprek verwijst. Lees haar bijdrage op https://www.linkedin.com/pulse/ik-wil-me-iedere-dag-verwonderen-haitske-de-visser/?trackingId=wqebwh2NSXiionJlOKM3aQ%3D%3D (NB misschien moet je je eerst aanmelden bij LinkedIn). Deze bijdrage verscheen op 4 juli in iets gewijzigde vorm op nivoz.nl; zie https://nivoz.nl/nl/kinderen-de-ruimte-geven-voor-verwondering.

*De tweede, gepost op 12 juli 2022 op LinkedIn, is van de hand van Remco Pijpers. Je kunt het hier lezen: https://www.linkedin.com/posts/remcopijpers_jongetje-klonk-een-stem-uit-het-bosje-activity-6952502764648185856-JEzm/?utm_source=linkedin_share&utm_medium=android_app (misschien moet je je aanmelden bij LinkedIn). Heel bijzonder aan deze bespreking vind ik de prachtige persoonlijke ervaring waar Remco mee opent. In zijn bespreking van het boek schrijft Remco: ‘Al lezende word je eraan herinnerd hoeveel bijzondere momenten ons leven met kinderen rijk is. Momenten die voorbijgaan, voordat je er erg in hebt.’ Het is een observatie waar ik heel gelukkig van word.

*De derde, een signalement, verscheen op 13 juli 2022 op de Vlaams/Nederlandse website “Hic et nunc” en valt hier te lezen: https://hic-nunc.nl/nl/artikels/joop-berding-rondom-cornelis-verhoeven. Bespreker Patrick De Rynck noemt “een sympathiek boekje”. Voorts noteert hij terecht: “Leraren stonden bij [Verhoeven] in hoog aanzien.”

*De vierde is een prachtige, uitgebreide en positieve bespreking door Bert Altena: “Pedagoog en opvoedingsfilosoof Joop Berding gelooft ook in de blijvende relevantie van Verhoeven. In zijn fraaie boekje Rondom Cornelis Verhoeven vertaalt hij een aantal centrale begrippen uit diens filosofie naar het onderwijsveld” en “Voor iedereen die betrokken is bij het onderwijs, maar ook voor wie geïnteresseerd is in het gedachtegoed van Cornelis Verhoeven, is dit handzame boekje een welkome gids.” Lees de hele bespreking op https://www.bertaltena.com/joop-berding-rondom-cornelis-verhoeven/ (gepost op 27 juli 2022; met dank aan Bert Altena voor toestemming om het hier te delen)

*Bovenstaande bespreking werd op 2 augustus 2022 ook gepost op nieuwwij.nl : https://www.nieuwwij.nl/opinie/recensie-van-rondom-cornelis-verhoeven-door-joop-berding/ (met dank aan de redactie).

*De vijfde is een “flitsrecensie” – en een heel mooie! – op Twitter door filosoof Gert Groot, op 23 augustus 2022. Je kunt printjes ervan hier lezen:

*De zesde is een “signalement” in het septembernummer 2022 van Filosofie Magazine; beknopt maar wel to the point. Je kunt het hier lezen:

*De zevende, beknopte en positieve bespreking verscheen in het Korczak Bullletin (www.korczak.nl) van september 2022 en is hier te lezen (zie plaatje –>)

*Tussendoor: ook op bol.com verschenen inmiddels twee beknopte maar wel heel mooie besprekingen! Even een screenshot gemaakt, hier te lezen –>

*De achtste, van de hand van Verhoeven- (en Arendt-)kenner Jacques De Visscher, verscheen half oktober 2022 in het Vlaamse filosofieblad De uil van Minerva. Het is een twee-en-een-halve pagina grote bespreking, bijna een studie op zich. Ik ben er ontzettend blij mee. Zie de vermelding op https://deuilvanminerva.be/. De pdf kun je met toestemming van de auteur hier lezen –>

*Ook de negende grote bespreking, drie pagina’s, is voor mij als auteur om mijn vingers bij af te likken. Saskia van Oenen schreef een prachtige, lovende recensie in het oktobernummer van Pedagogiek in Praktijk/PIP, nr 129, oktober 2022, p. 47-49, onder de treffende titel ‘Vorming blijft iets verwonderlijks’. Met toestemming van de redactie kun je de pdf hier lezen:

*Ook met nummer 10, door Anders Schinkel in het wetenschappelijke blad Pedagogiek ben ik superblij: lees hier waarom: https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/PED2022.2.006.SCHIVolume 42, Issue 2, dec. 2022, p. 251 – 255)

*De elfde en de twaalfde bespreking, in het vakblad Van12tot18 van december 2022, zijn ook heel plezierig. Lees hier wat teamleider Mirjam Meinema en psycholoog Casper Hulshof schrijven:

*De dertiende bespreking waar ik ook heel erg blij mee ben is van de hand van Gerritjan van Luin. In De Nieuwe Meso van maart 2023, p. 62-63 schrijft hij over “een mooi en overzichtelijk boekje” en een “fraaie beschouwing over de onderwijsfilosofie van Verhoeven en de vele toepassingsvoorbeelden die hij bij leraren heeft opgehaald”. Lees de hele bespreking hier in deze pdf:

Lezen van, over en rond Verhoeven

*Mijn allereerste leeservaring met Verhoeven was in november 1974. Toen zag ik in een boekwinkel zijn Inleiding tot de verwondering liggen. Wat een titel, dacht ik. Op dat moment was ik 20 en net begonnen, naast mijn werk als onderwijzer in mijn eerste jaar, met de studie Pedagogiek MO-A. Daarin kwamen ook filosofie en ethiek voor, vrijwel nieuwe gebieden voor mij. Dus ik begon met veel interesse aan het boek en was tamelijk overdonderd. Dat je op zó’n manier kon denken! (en schrijven) Ik vond het een pittig boek. Ik las het toch uit en daarna kocht en las ik meer van Verhoeven, maar pas in 2019 ging ik er serieus iets mee doen. In mijn boek Opvoeding en onderwijs tussen geduld en ongeduld wijd ik een forse paragraaf aan zijn werk. Voor het denken over dit onderwerp is hij een echte inspiratiebron.

*Voor het boek Rondom Cornelis Verhoeven (her)lees ik behoorlijk veel van Verhoeven; zie de stapel op de foto. Dat brengt me veel mooie inzichten. Als je bijvoorbeeld over onderwijs als ‘geschenk’ nadenkt, kom je, mét Verhoeven, op woorden als ‘geschenk’, ‘schenken’, ‘aandacht’ enz. Hele ‘woordnetwerken’ ontvouwen zich. Zo krijgt zo’n begrip veel reliëf en diepte. Hieronder ga ik nog wat door op het leesproces.

*Ik las van Verhoeven het recent uitgebrachte Alledaagse mijmeringen (2021), een keuze uit circa 200 teruggevonden korte essays uit midden jaren 50. Er komen onderwerpen voorbij als muziek, heimwee, levenskunst, burgerlijkheid en boekenbezit. Alhoewel deze bespiegelingen uit het begin van Verhoevens loopbaan zijn, zijn al de contouren zichtbaar van de scherpzinnige essayist en filosoof die hij later, in de jaren 60, zou worden.

*Daarna las ik een boekje uit 1991, Het besef. Woorden voor denken en zeggen, waarin Verhoeven met grote spitsvondigheid tientallen woorden van alle kanten beklopt, naar hun etymologie en naar wat ze ons te zeggen hebben over denken en zeggen. Bezinnen, beschouwen, mijmeren, peinzen, piekeren, uitleggen, stellen en voorstellen en nog veel meer passeren daarbij de revue. Een filosofisch idee ‘achter’ al deze woorden is dat men ze kan beschouwen als óf gedacht vanuit een actief construerend subject óf als iets wat objectief bestaat en als een geschenk kan worden aanvaard. De spanning hiertussen mag wel een van de grondthema’s van het denken van Verhoeven worden beschouwd. Met milde spot bekijkt hij bovendien de ‘parmantige’ woorden die vaak domineren in het wetenschappelijk discours en die som, maar dan met betekenisverandering, de weg naar de volkstaal hebben gevonden. Heerlijk!

*Vanwege het schrijven van mijn eigen boek lees en herlees ik op dit moment veel van wat ik in mijn kast heb staan, wat ik nieuw aanschaf en leen van de bibliotheek. Om er enkele te noemen: Inleiding tot de verwondering; Tractaat over het spieken; Tegen het geweld; Alleen maar kijken en Voor eigen gebruik. Net binnen is een van de eerste boeken van Verhoeven: Het grote gebeuren uit 1966.

*Over Verhoeven is in de afgelopen jaren wel het een en ander geschreven en gepubliceerd. Heel informatief en nuttig zijn onder andere Op het tweede oog, onder redactie van Ben Schomakers; de beknopte biografie van Wil Derkse: Verhoeven, in de reeks ‘Kopstukken’; en de bundel Voorbij alle vanzelfsprekendheid van Verhoeven en Jacques De Visscher. Er is ook een mooie bundel van collega’s, promovendi en studenten, een liber amicorum, t.g.v. zijn afscheid als hoogleraar: Levende aandacht (1993).

*Op facebook las ik dat in februari 2022 een tweede deel verschijnt van Alledaagse mijmeringen. Mooi nieuws!

*Inmiddels, begin oktober 2021, nog weer heel wat meer gelezen van Verhoeven, o.a. het bundeltje Twaalf confidenties, postuum verschenen, met een mooi stukje over geven en nemen in het onderwijs en verder de wat grotere bundel Weerloos denken (1982), met enkele mooie teksten over verwondering, over filosofie en over de relatie tussen didactiek en filosofie.

*Een bijzonder boek is Voorbij het begin (1985), dat uit twee delen bestaat, ik lees het tweede, waarin de doorwerking van het antieke Griekse denken in allerlei thema’s wordt besproken, bijv. over de verhouding tussen leerling en meester.

*Ik lees ook om Verhoeven heen, nu het boek Lof der traagheid (2000/1998) van de Franse antropoloog Pierre Sansot. Een pleidooi voor een rustiger, maar zeker niet passief leven. Sansot bespreekt o.a. het ‘flaneren’, wat een ander zicht op de stad mogelijk maakt.

*Ook om Verhoeven heen, lees ik nu een prachtig en informatierijk boek van Charles Vergeer uit 1990 over Griekse filosofie: Eerste vragen (1990). Grote namen en grote thema’s, zeer inzichtelijk gepresenteerd, met veel aandacht voor de geheel andere wereld waarin de oude Grieken leefden en de (daardoor) heel andere taal die ze gebruikten. Wij gebruiken wel vaak dezelfde woorden, zoals ‘god’, ‘zijn’, ‘substantie’ enz enz, maar in de loop van 2,5 duizend jaar is er een enorme betekenisverandering opgetreden, soms zelfs meerdere. Bovendien kenden de de oude Grieken bepaalde concepten nog helemaal niet, zoals ‘subject’ en kenden ze dus ook geen subject-objectonderscheiding. Ik herken bij Vergeer soms dezelfde onderwerpen als bij Verhoeven, interessant om deze parallellen verder te verkennen.

*Mensen in een grot uit 1983 is het boek van Verhoeven waarin hij het meest uitgebreid en diepgaand stilstaat bij wat wel de funderende tekst uit de westerse filosofie mag worden genoemd: de allegorie van de grot van Plato, in diens Politeia (De Staat). Verhoeven legt dit verhaal op de vierkante millimeter uit, zeer leerzaam en verrijkend.

*Om Verhoeven heen lees ik van Antoon Van den Braembussche het mooie boek De stilte en het onuitsprekelijke en van Rüdiger Safranski het wat anders georiënteerde, maar zeer lezenswaardige boek over Tijd. Hoe tijd en mens elkaar beïnvloeden. Daarnaast, een beetje een zijlijn, een prachtig geïllustreerd boek van Antoon Erftemeijer, Kunst is om te huilen, over hoe sinds de antieke tijd op kunst(uitingen) wordt gereageerd – en dat is beslist niet alleen in stille verwondering…

*Van Verhoeven zelf blijf ik ook maar lezen: in december/januari Een inleiding in de filosofie uit 1998, de bundel Een velijnen blad uit 1989 en een inleiding in de metafysica onder de titel Het dat, het wat en het waarom uit 1996. Het eerste en het derde zijn gebaseerd op lessen en colleges, met een belangrijke rol voor antieke en klassieke filosofen als Plato, Aristoteles, Leibniz en Heidegger. Geen gemakkelijke kost overigens, want bijv. in het geval van laatstgenoemde is het hele hoofdstuk gewijd aan één zin uit oeuvre. Deze wordt dan ook tot op het bot ontleed. Het middelste, een bundel dus met deels eerder gepubliceerde essays, bevat ook één van de (vele) insnijdende teksten van Verhoeven over onderwijs, onder de titel Aanleren en afleren.

*Heerlijk is en blijft Een vogeltje in mijn buik, oorspronkelijk uit 1976, over de taalontwikkeling van Verhoevens dochter Neeltje (Nena). Voor zijn observaties en reflecties ruil ik graag veel van de hedendaagse boeken over pedagogiek in. Eigenlijk zou dit boek verplichte literatuur moeten zijn voor ieder die een opleiding volgt voor het werken met (jonge) kinderen.

*Heel wat nieuws aangeschaft in een antiquariaat! Dierbare woorden; Symboliek van de voet (zijn proefschrift uit 1956), Merg en been en Een velijnen blad. Zeer verschillende boeken/bundels die allemaal verschillende aspecten van het schrijverschap van Verhoeven laten zien.

*Begonnen aan het boek Het andere in het eendere. Over het denken van Cornelis Verhoeven, van Okke Jager, 1982. (Met andere woorden: nét nadat CV de PC Hooftprijs had ontvangen en nog vóór talloze belangrijke publicaties van zijn hand.) Interessant, maar ik heb tegelijk het idee: in een stijl waarin nu niet meer wordt geschreven. Te omslachtig, hier en daar hoogdravend, met (te) veel omhaal van woorden over de al dan niet “diepere” betekenis van van alles en nog wat, kortom: misschien wel met een “parmantigheid” waar nu juist CV zelf een hekel aan had. Toch ga ik het zeker uitlezen, want ik ben gewoon benieuwd naar de inzichten van Jager (als auteur en predikant zeer gewaardeerd) en wat ik eventueel heb “gemist”.

*Een in veel opzichten bijzonder boek over Verhoeven las ik in november 2022. Het is een (soort) biografie geschreven door een goede vriendin van Verhoeven, Nelleke de Laat. Het verscheen in 2004 onder de titel Kees van Jan van Bètjes, een Brabantse filosoof. De namenrij duidt op de naam waaronder Verhoeven bekend stond in familie en dorp. De Laat was niet alleen een goede vriendin (vanaf 1980), ze was (is) ook kunstenares die veel werk, met name in privé-uitgaven, van Verhoeven van illustraties voorzag. Ook organiseerde ze oplopen en tentoonstellingen over zijn en haar werk. Maar meer nog, volgens haar zeggen was ze ook de (lichamelijk en geestelijk) verzorger van Verhoeven die als een toch wel heel knorrige en niet altijd even aarde man wordt neergezet. Het boek bevat vele (intieme) inkijkjes in het leven van Verhoeven, diens familie, dorpsgenoten, (studie)vrienden en collega’s. Er staan veel (familie)kiekjes in, waarop o.a. nog altijd actieve personen te zien zijn (zoals filosoof Jacques De Visscher). Helaas is de stijl hier en daar tenenkrommend en van hyperbolen voorzien en bovendien komen er de nodige herhalingen in het boek voor. Het is een beschrijving van het leven van Verhoeven, of een deel daarvan, door een bewonderaar. Soms vond ik de tekst op het gênante af, met name de manier waarop soms over (in 2004 en nu nog) levende personen wordt geschreven.

*Opnieuw in twee antiquariaten enkele Verhoevens gevonden: Het axioma van Geulincx, een boekje uit 1973 over deze Vlaamse cartesiaan (1624-1669). Leidraad in Verhoevens presentatie is de uitspraak: ‘Dat ik niet en weet hoe ghedaen wort, dat en doen ik niet’ (uit diens Van de Hooft-Deuchden). Behalve een beschouwing door Verhoeven bevat het boekje ook een tekst van Geulincx zelf.
Dan een heel ander iets: Herinneringen aan mijn moedertaal, uit 1978. Hierin betoogt Verhoeven, en laat dat met vele voorbeelden zien, dat wat we ‘dialect’ noemen in vergelijking met het ABN eigenlijk een veel rijker taalrepertoire bezit. Dat Verhoeven zelf met Udenhouts dialect opgroeide, heeft, zo schrijft hij, iets van schaamte teweeggebracht.
Het laatste is de vondst van de heruitgave, uit 2004, van een boekje van Verhoeven uit 1982 dat ik al kende: De duivelsvraag. (Die vraag is: ‘Waarom?’) Het aardige is dat deze heruitgave bij Damon voorzien is van een uitgebreide publicatiegeschiedenis (incl. heel wat drukfouten) van het oorspronkelijke boekje. Verhoeven-kenner Jacob van Sluis beschrijft deze in zijn Nawoord.
Zo zie je maar weer: bij toeval valt er toch zo nu en dan wat te vinden!

*Dat toeval soms een heel bijzondere rol speelt, maakt het volgende duidelijk. Van een vrouw die als kind bij Verhoeven thuis kwam, ontving ik een mail of ik geïnteresseerd was in een stapel werk van Verhoeven. Die lag in een doos op zolder, uit de nalatenschap van haar vader, die bevriend was met Verhoeven. Natuurlijk! Op een middag ontmoetten we elkaar en overhandigde ze mij de stapel, met daarin een flink aantal pareltjes, die ik deels van naam kende (maar nog nooit had gezien) en waarvan ik deels niet eens wist dat ze bestonden. Hieronder enkele door Verhoeven geschreven nieuwjaarsessays (een langjarige gewoonte van hem), keurig ingeplakt en geplastificeerd; de academische editie van zijn proefschrift uit 1956 (Symboliek van de voet); een heruitgave van het boekje uit 1978 over de moedertaal (zie boven); de verdediging van Socrates en zo nog een en ander. Ik was en ben er uiteraard bijzonder blij mee! Alles heeft een mooi plekje gekregen in mijn nog steeds groeiende Verhoeven-collectie.

Het schrijfproces van Rondom Cornelis Verhoeven

*Het is nu half november 2021 en langzaam maar gestaag worden de contouren duidelijk. Hoofdstuk 1, dat vooral biografisch getint is, is af. Ook hoofdstuk 2 is zo goed als af. Hoofdstuk 3 is het centrale hoofdstuk; hier ligt voor mij de opgave om het mysterieuze verschijnsel van de verwondering toch enige handen en voeten te geven richting de onderwijspraktijk. Ook dit is zo goed als klaar. Hoofdstuk 4 staat in de steigers; het is een vrij beknopt hoofdstuk, omdat ik in mijn Geduld-boek al het nodige hierover heb geschreven en mezelf niet wil herhalen. Ik heb er wel wat nieuwe gezichtspunten in kunnen verwerken. Voor hoofdstuk 5 voerde ik in november en december gesprekken met mensen uit de praktijk, vier leraren en één directeur uit het basisonderwijs, één uit het voortgezet onderwijs en één lerarenopleider. Het gaat me in dit hoofdstuk om de vraag: hoe komen we tot een diepe praktijk, voorbij oppervlakkigheid en snelle ‘opbrengsten’? Het bijna ongrijpbare verschijnsel van de stilte speelt hierbij volgens mij een belangrijke rol. Stilte maakt het mogelijk dat opgedane kennis kan ‘inzinken’ en verinnerlijken. Stilte heeft zeker een traditie in het onderwijs: voor zowel Maria Montessori als Peter Petersen, grondlegger van het jenaplanonderwijs, was het een belangrijke, wezenlijke pijler van de vorming van kinderen.

*Eind december 2021: het manuscript nadert zijn voltooiing. De mensen die ik heb geïnterviewd voor het boek heb ik hun uitgewerkte teksten gemaild. Ik ben benieuwd naar hun reacties, evenals naar die van de meelezers!

*Medio januari 2022: verschillende meelezers hebben hun reacties gegeven en die ben ik aan het verwerken. Ook ben ik via via op het spoor gekomen van verschillende publicaties van Verhoeven die via openbare bronnen niet makkelijk toegankelijk zijn. Deze ben ik nu ook in de tekst aan het weven. Langzamerhand vormt zich de eerste versie van het manuscript.

*Af! Op 31 januari 2022 zond ik het manuscript naar Uitgeverij Garant. Op 10 februari al kreeg ik bericht: we willen het graag uitgeven! Hoera! En nu richting de zomer (met nog de nodige tussenstapjes, zoals omslag bedenken, redactieslag, drukproef en zo nog e.e.a.)

* Mei 2022: drukproeven! Altijd weer een leuk karweitje….

* 16 juni 2022: VERSCHENEN EN BESTELBAAR! Levering via de boekhandels vanaf 23 juni.

Eerdere publicaties over Verhoeven

In mijn boek Opvoeding en onderwijs tussen geduld en ongeduld (2019) wijdde ik een paragraaf aan zijn denken over uitstel, geduld en vertraging. Ik gaf hier op verschillende manieren een vervolg aan.

%d bloggers liken dit: